DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL V: HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE

HOOFDSTUK II: HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

AFDELING 1: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

ARTIKEL III-301

1. Wanneer de Europese Raad of de Raad een gemeenschappelijke aanpak van de Unie in de zin van artikel I-40, lid 5, heeft bepaald, coördineren de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten hun activiteiten in de Raad.

2. De diplomatieke missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties werken samen en dragen bij tot de formulering en de uitvoering van de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke aanpak.