DEEL III: Beleid en werking van de Unie
TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE
HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN
AFDELING 1: INSTELLINGEN
Onderafdeling 4: Europese Commissie
ARTIKEL III-347
De leden van de Commissie onthouden zich van iedere handeling die onverenigbaar is met hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.
De leden van de Commissie mogen gedurende hun ambtstermijn geen andere, al dan niet bezoldigde, beroepswerkzaamheden verrichten. Bij hun ambtsaanvaarding verbinden zij zich plechtig ertoe, gedurende hun ambtstermijn en na afloop daarvan de uit hun taak voortvloeiende verplichtingen na te komen, en in het bijzonder eerlijkheid en kiesheid te betrachten bij het aanvaarden van bepaalde functies of voordelen na afloop van hun ambtstermijn. Indien deze verplichtingen niet worden nagekomen, kan de Raad, met gewone meerderheid van stemmen, of de Commissie zich wenden tot het Hof van Justitie, dat, naargelang van het geval, ontslag ambtshalve overeenkomstig de in artikel III-349 bepaalde voorwaarden of verval van het recht op pensioen of van andere als zodanig geldende voordelen kan uitspreken.
ARTIKEL III-348
1. Behalve door regelmatige vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
2. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt het Commissielid voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen door een nieuw lid van dezelfde nationaliteit, dat overeenkomstig de criteria van artikel I-26, lid 4, in onderlinge overeenstemming met de voorzitter van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement door de Raad wordt benoemd.
De Raad kan, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de voorzitter van de Commissie besluiten dat in een dergelijke vacature niet behoeft te worden voorzien, met name indien de resterende duur van de ambtstermijn van het lid kort is.
3. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt de voorzitter voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen overeenkomstig artikel I-27, lid 1.
4. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen overeenkomstig artikel I-28, lid 1.
5. In geval van vrijwillig ontslag van alle leden van de Commissie blijven zij in functie en blijven zij de lopende zaken behartigen totdat in hun vervanging is voorzien, voor de verdere duur van hun ambtstermijn, overeenkomstig de artikelen I-26 en I-27.
ARTIKEL III-349
Op verzoek van de Raad, die besluit bij gewone meerderheid van stemmen, of van de Commissie, kan een lid van de Commissie dat niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten, door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet.
ARTIKEL III-350
Onverminderd artikel I-28, lid 4, worden de taken van de Commissie overeenkomstig artikel I-27, lid 3, door de voorzitter gestructureerd en over de leden van de Commissie verdeeld. De voorzitter kan de taakverdeling tijdens de ambtstermijn wijzigen. De leden van de Commissie oefenen de hun door de voorzitter toegewezen taak onder diens gezag uit.
ARTIKEL III-351
De Commissie neemt haar besluiten met meerderheid van stemmen van haar leden. Het quorum wordt bepaald in het reglement van orde.
ARTIKEL III-352
1. De Commissie stelt haar reglement van orde vast, teneinde haar eigen werkzaamheden en die van haar diensten te regelen. Zij draagt er zorg voor dat het reglement wordt bekendgemaakt.
2. De Commissie publiceert jaarlijks, ten minste een maand voordat de zitting van het Europees Parlement wordt geopend, een algemeen verslag over de activiteiten van de Unie.