DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE
HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN
AFDELING 1: INSTELLINGEN
Onderafdeling 4: Europese Commissie
ARTIKEL III-348
1. Behalve door regelmatige vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
2. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt het Commissielid voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen door een nieuw lid van dezelfde nationaliteit, dat overeenkomstig de criteria van artikel I-26, lid 4, in onderlinge overeenstemming met de voorzitter van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement door de Raad wordt benoemd.
De Raad kan, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de voorzitter van de Commissie besluiten dat in een dergelijke vacature niet behoeft te worden voorzien, met name indien de resterende duur van de ambtstermijn van het lid kort is.
3. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt de voorzitter voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen overeenkomstig artikel I-27, lid 1.
4. In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden, wordt de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen overeenkomstig artikel I-28, lid 1.
5. In geval van vrijwillig ontslag van alle leden van de Commissie blijven zij in functie en blijven zij de lopende zaken behartigen totdat in hun vervanging is voorzien, voor de verdere duur van hun ambtstermijn, overeenkomstig de artikelen I-26 en I-27.