DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL II: NON-DISCRIMINATIE EN BURGERSCHAP

ARTIKEL III-129

De Commissie brengt om de drie jaar aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan het Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing van artikel I-10 en van deze titel. In dat verslag wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van de Unie. Op basis van dat verslag en onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet, kunnen de in artikel I-10 bepaalde rechten bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden aangevuld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement. Deze wet of kaderwet treedt pas in werking nadat zij door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen is goedgekeurd.