DEEL I
TITEL IV: INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE UNIE
HOOFDSTUK I: INSTITUTIONEEL KADER
ARTIKEL I-19: De instellingen van de Unie
1. De Unie beschikt over een institutioneel kader, dat ertoe strekt:
Dit institutioneel kader omvat:
2. Iedere instelling handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in de Grondwet zijn toegedeeld en volgens de daarin bepaalde procedures en voorwaarden. De instellingen werken loyaal samen.