DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN
HOOFDSTUK III: BELEID OP ANDERE GEBIEDEN
AFDELING 2: HET SOCIAAL BELEID
ARTIKEL III-211
1. De Commissie bevordert de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie en stelt alle maatregelen vast die ertoe kunnen dienen, door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen, de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken.
2. Voor de toepassing van lid 1 raadpleegt de Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van het sociaal beleid in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
3. Indien de Commissie na de in lid 2 bedoelde raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het voorgenomen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
4. Ter gelegenheid van de in de leden 2 en 3 bedoelde raadplegingen kunnen de sociale partners de Commissie in kennis stellen van hun wens het in artikel III-212, lid 1, bedoelde proces in te leiden. Dit proces neemt ten hoogste negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.