DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN
HOOFDSTUK II: HET ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID
AFDELING 5: OVERGANGSBEPALINGEN
ARTIKEL III-199
1. Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel III-187, lid 1, de in artikel 45 van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als derde besluitvormend orgaan van de Europese Centrale Bank gevormd.
2. Indien en zolang er onder een derogatie vallende lidstaten zijn, heeft de Europese Centrale Bank ten aanzien van die lidstaten de taak:
a) de samenwerking tussen de nationale centrale banken van de lidstaten te versterken;
b) de coördinatie van het monetair beleid van de lidstaten te versterken teneinde prijsstabiliteit te verzekeren;
c) zorg te dragen voor de werking van het wisselkoersmechanisme;
d) overleg te plegen over aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de nationale centrale banken vallen en die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten;
e) de vroegere taken uit te oefenen van het Europees Fonds voor monetaire samenwerking, die eerder waren overgenomen door het Europees Monetair Instituut.