DEEL I

TITEL V: UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN VAN DE UNIE

HOOFDSTUK II: BIJZONDERE BEPALINGEN

ARTIKEL I-42: Bijzondere bepalingen inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

1. De Unie is een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht:

a) door de vaststelling van Europese wetten en kaderwetten om, zo nodig, de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op de in deel III genoemde gebieden onderling aan te passen;

b) door het onderlinge vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te bevorderen, in het bijzonder op basis van de wederzijdse erkenning van gerechtelijke en buitengerechtelijke beslissingen;

c) door operationele samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde diensten op het gebied van het voorkomen en opsporen van strafbare feiten.

2. De nationale parlementen kunnen in het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht deelnemen aan de in artikel III-260 bedoelde evaluatiemechanismen. Zij worden betrokken bij de politieke controle van Europol en bij de evaluatie van de activiteiten van Eurojust, overeenkomstig de artikelen III-276 en III-273.

3. De lidstaten hebben een recht van initiatief op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, overeenkomstig artikel III-264.