DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN
HOOFDSTUK IV: RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT
AFDELING 4: JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN
ARTIKEL III-273
1. De opdracht van Eurojust bestaat in het ondersteunen en versterken van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek en de vervolging van zware criminaliteit welke twee of meer lidstaten schaadt of een vervolging op gemeenschappelijke basis vereist, op basis van de door de autoriteiten van de lidstaten en Europol uitgevoerde operaties en verstrekte informatie.
In dit kader worden bij Europese wet de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Eurojust vastgesteld. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
a) het inleiden van strafrechtelijk onderzoek alsmede het voorstellen van het inleiden van vervolging door de bevoegde nationale autoriteiten, met name in verband met strafbare feiten welke de financiële belangen van de Unie schaden;
b) de coördinatie van onderzoek en vervolging als bedoeld onder a);
c) de versterking van de justitiële samenwerking, met name door middel van het oplossen van jurisdictiegeschillen en door nauwe samenwerking met het Europees justitieel netwerk.
Bij Europese wet wordt tevens bepaald, op welke wijze het Europees Parlement en de nationale parlementen bij de evaluatie van de activiteiten van Eurojust worden betrokken.
2. In het kader van de in lid 1 bedoelde vervolgingen en onverminderd artikel III-274, worden de formele handelingen in verband met de gerechtelijke procedure gesteld door de bevoegde nationale functionarissen.