DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE
HOOFDSTUK III: NAUWERE SAMENWERKING
ARTIKEL III-422
1. Indien een bepaling van de Grondwet die in het kader van een nauwere samenwerking kan worden toegepast, bepaalt dat de Raad met eenparigheid van stemmen besluit, kan de Raad met eenparigheid van stemmen overeenkomstig het bepaalde in artikel I-44, lid 3, een Europees besluit vaststellen waarin wordt bepaald dat hij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zal besluiten.
2. Indien een bepaling van de Grondwet die in het kader van een nauwere samenwerking kan worden toegepast, bepaalt dat de Raad Europese wetten of kaderwetten volgens een bijzondere wetgevingsprocedure vaststelt, kan de Raad met eenparigheid van stemmen overeenkomstig het bepaalde in artikel I-44, lid 3, een Europees besluit vaststellen waarin wordt bepaald dat hij volgens de gewone wetgevingsprocedure zal besluiten. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op besluiten die gevolgen hebben op militair of defensiegebied.