DEEL III: Beleid en werking van de Unie

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK II: FINANCIËLE BEPALINGEN

AFDELING 4: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

ARTIKEL III-410

Het meerjarig financieel kader en de jaarlijkse begroting luiden in euro.

ARTIKEL III-411

De Commissie kan, onder voorbehoud dat zij daarvan de bevoegde instanties van de betrokken lidstaten in kennis stelt, de saldi welke zij in de valuta van een van de lidstaten in haar bezit heeft, overmaken in de valuta van een andere lidstaat, voorzover die saldi gebruikt moeten worden voor de doeleinden die in de Grondwet zijn bepaald. De Commissie vermijdt dergelijke overmakingen zoveel mogelijk, indien zij saldi beschikbaar heeft of beschikbaar kan maken in de valuta waaraan zij behoefte heeft.

De Commissie onderhoudt de betrekkingen met iedere van de betrokken lidstaten door tussenkomst van de door deze lidstaat aangewezen autoriteit. Voor de uitvoering van financiële verrichtingen heeft zij toegang tot de centrale bank van de betrokken lidstaat of tot een andere door deze lidstaat gemachtigde financiële instelling.

ARTIKEL III-412

1. Bij Europese wet

a) worden de financiële regels vastgesteld, met name betreffende de wijze waarop de begroting wordt opgesteld en uitgevoerd, alsmede de wijze waarop rekening en verantwoording wordt gedaan en de rekeningen worden nagezien;

b) worden de regels vastgesteld betreffende de controle van de verantwoordelijkheid van de financiële actoren, met name van ordonnateurs en rekenplichtigen.

De Europese wet wordt vastgesteld na raadpleging van de Rekenkamer.

2. De Raad stelt op voorstel van de Commissie bij Europese verordening de regels en de procedure vast volgens welke de budgettaire ontvangsten waarin het stelsel der eigen middelen van de Unie voorziet, ter beschikking van de Commissie worden gesteld, alsmede de maatregelen welke moeten worden toegepast om, in voorkomend geval, te voorzien in de behoefte aan kasmiddelen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement en de Rekenkamer.

3. De Raad besluit tot 31 december 2006 met eenparigheid van stemmen in alle in dit artikel bedoelde gevallen.

ARTIKEL III-413

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zien erop toe dat de Unie beschikt over de financiële middelen waarmee de Unie haar juridische verplichtingen jegens derden kan voldoen.

ARTIKEL III-414

In het kader van de in dit hoofdstuk bedoelde begrotingsprocedures roept de Commissie regelmatig de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen. De voorzitters nemen alle maatregelen die nodig zijn om het overleg te bevorderen en de standpunten van hun respectieve instellingen dichter bij elkaar te brengen, om de uitvoering van dit hoofdstuk te vergemakkelijken.