DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK II: FINANCIËLE BEPALINGEN

AFDELING 2: DE JAARLIJKSE BEGROTING VAN DE UNIE

ARTIKEL III-406

Onder de voorwaarden bepaald bij de in artikel III-412 bedoelde Europese wet, kunnen de niet op personeelsuitgaven betrekking hebbende kredieten welke aan het einde van het begrotingsjaar ongebruikt zijn gebleven, worden overgedragen, evenwel uitsluitend naar het eerstvolgende begrotingsjaar.

De kredieten worden ingedeeld in hoofdstukken, waarin de uitgaven worden gegroepeerd naar hun aard en bestemming en onderverdeeld overeenkomstig de in artikel III-412 bedoelde Europese wet.

De uitgaven:

- van het Europees Parlement,

- van de Europese Raad en van de Raad,

- van de Commissie, en

- van het Hof van Justitie van de Europese Unie,

worden als afzonderlijke afdelingen in de begroting opgenomen, onverminderd een speciale regeling voor bepaalde gemeenschappelijke uitgaven.