DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN

AFDELING 4: BEPALINGEN DIE DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE UNIE GEMEEN HEBBEN

ARTIKEL III-397

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie raadplegen elkaar en bepalen in onderlinge overeenstemming de wijze waarop zij samenwerken. Daartoe kunnen zij, met inachtneming van de Grondwet, interinstitutionele akkoorden sluiten die een bindend karakter kunnen hebben.