DEEL III: Beleid en werking van de Unie
TITEL V: HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
HOOFDSTUK IV: SAMENWERKING MET DERDE LANDEN EN HUMANITAIRE HULP
AFDELING 2: ECONOMISCHE, FINANCIËLE EN TECHNISCHE SAMENWERKING MET DERDE LANDEN
ARTIKEL III-319
1. Onverminderd de overige bepalingen van dit verdrag, met name de artikelen III-316 tot en met III-318, onderneemt de Unie activiteiten voor economische, financiële en technische samenwerking, met inbegrip van bijstand op met name financieel gebied, met derde landen die geen ontwikkelingsland zijn. Deze activiteiten zijn coherent met het ontwikkelingsbeleid van de Unie en vinden plaats in het kader van de beginselen en doelstellingen van haar externe optreden. De activiteiten van de Unie en die van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
2. De maatregelen ter uitvoering van lid 1, worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet.
3. In het kader van hun onderscheiden bevoegdheden werken de Unie en de lidstaten samen met derde landen en met de bevoegde internationale organisaties. De samenwerking van de Unie kan nader worden geregeld in overeenkomsten tussen de Unie en de betrokken derde partijen.
De eerste alinea laat de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en overeenkomsten te sluiten, onverlet.
ARTIKEL III-320
Wanneer er wegens de situatie in een derde land dringende financiële hulp van de Unie vereist is, stelt de Raad op voorstel van de Commissie de nodige Europese besluiten vast.