DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE
TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN
HOOFDSTUK III: BELEID OP ANDERE GEBIEDEN
AFDELING 9: ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING EN RUIMTE
ARTIKEL III-252
1. Voor de uitvoering van het meerjarenkaderprogramma worden bij Europese wet of kaderwet de volgende regels vastgesteld:
a) de regels voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten;
b) de regels voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten.
De Europese wet of kaderwet wordt vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.
2. Bij de uitvoering van het meerjarenkaderprogramma kunnen bij Europese wet aanvullende programma's worden vastgesteld waaraan alleen wordt deelgenomen door bepaalde lidstaten, die zorg dragen voor de financiering daarvan, onder voorbehoud van eventuele deelneming van de Unie. Bij Europese wet worden de regels voor de aanvullende programma's vastgesteld, met name voor wat betreft de verspreiding van de kennis en de toegang van andere lidstaten. Zij wordt vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en met de goedkeuring van de betrokken lidstaten.
3. Bij de uitvoering van het meerjarenkaderprogramma kan bij Europese wet worden voorzien in deelneming aan door verscheidene lidstaten opgezette onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, met inbegrip van deelneming aan de voor de uitvoering van die programma's tot stand gebrachte structuren; deze deelneming behoeft de goedkeuring van de betrokken lidstaten.
De Europese wetten worden vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.
4. Bij de uitvoering van het meerjarenkaderprogramma kan de Unie voorzien in samenwerking van de Unie met derde landen of internationale organisaties op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling en demonstratie.
De regels voor deze samenwerking kunnen worden vastgesteld in overeenkomsten tussen de Unie en de betrokken derde partijen.