DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN

HOOFDSTUK III: BELEID OP ANDERE GEBIEDEN

AFDELING 7: VERVOER

ARTIKEL III-236

1. De doelstellingen van de Grondwet worden wat het onderwerp van deze afdeling betreft nagestreefd in het kader van een gemeenschappelijk vervoerbeleid.

2. Bij Europese wet of kaderwet wordt lid 1 ten uitvoer gebracht, met inachtneming van de bijzondere aspecten van het vervoer. De wet wordt vastgesteld na raadpleging van het Comité van de Regio's en van het Economisch en Sociaal Comité.

Bij de Europese wet of kaderwet worden vastgesteld:

a) gemeenschappelijke regels voor internationaal vervoer vanuit of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten;
b) de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden toegelaten tot nationaal vervoer in een lidstaat waarin zij niet woonachtig zijn;

c) maatregelen ter verbetering van de veiligheid van het vervoer;

d) alle overige dienstige maatregelen.

3. Bij de vaststelling van de in lid 2 bedoelde Europese wet of kaderwet wordt rekening gehouden met gevallen waarin de toepassing ervan ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in bepaalde regio's, en voor de exploitatie van de vervoersfaciliteiten.