DEEL I

TITEL IX: HET LIDMAATSCHAP VAN DE UNIE

ARTIKEL I-58: Criteria en procedure voor toetreding tot de Unie

1. De Unie staat open voor alle Europese staten die de in artikel I-2 bedoelde waarden eerbiedigen en zich ertoe verbinden deze gezamenlijk uit te dragen.

2. Iedere Europese staat die lid wenst te worden van de Unie, richt daartoe een verzoek tot de Raad. Het Europees Parlement en de nationale parlementen worden van dit verzoek in kennis gesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van de Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij meerderheid van zijn leden. De voorwaarden en nadere regels voor de toelating worden neergelegd in een akkoord tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaat. Dit akkoord wordt door alle overeenkomstsluitende staten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aan bekrachtiging onderworpen.