Cyprus

achtergrondinformatie

[document-ikoon]Lid sinds: 2004
Aantal inwoners: 780.000
Hoofdstad: Nicosia
Staatshoofd en regeringsleider: Tassos Papadopoulos (sinds 2003)
Referendum over Europese grondwet: nee

Cyprus is een eiland in het oosten van de Middellandse Zee, ongeveer 100 km ten zuiden van Turkije. Het inwonertal is te vergelijken met dat van Amsterdam.

De bevolking is in ruwweg twee groepen op te delen:

  1. Grieken, ca. 80% van de bevolking, overwegend behorend tot de Grieks-orthodoxe Kerk;
  2. Turken, ca. 15% van de bevolking, overwegend moslims.

Spanningen tussen die twee bevolkingsgroepen en inmenging door de 'moederlanden' Griekenland en Turkije leidden in 1974 tot de afscheiding van het noordelijke, Turkse deel. In 1983 werd daar de Turkse Republiek Noord-Cyprus uitgeroepen, die buiten Turkije echter niet op erkenning door de wereldgemeenschap kon rekenen.

Er wordt al decennia lang onderhandeld over hereniging, tot op heden zonder succes. De Europese Unie stelde hereniging zelfs al voorwaarde voor toetreding van Cyprus. Toch was men na de mislukking in 2004 bereid om alleen het Griekse deel toe te laten.

Wat gebeurde er in 2004? In een referendum wees een meerderheid van de Grieks-Cyprioten het plan-Annan af. Dat plan, opgesteld door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, voorzag in een vrij losse, federatieve staatsvorm. In het plan werden ook afspraken gemaakt over verdeling van grond, en vooral de uitwerking daarvan stuitte op kennelijk onoverbrugbare bezwaren bij de Grieken. De Turks-Cyprioten waren in meerderheid vóór het plan-Annan.

Op de achtergrond speelde het mogelijke EU-lidmaatschap een grote rol: de Grieken waren in feite al verzekerd van toetreding, terwijl de Turken alleen in een herenigd Cyprus zouden kunnen meedelen in de Europese welvaart.

Cyprus zal geen referendum houden over de Europese grondwet. Het parlement ratificeerde de grondwet op 30 juni 2005; 30 afgevaardigden stemden voor, 19 tegen, 1 onthouding. De tegenstemmers waren leden van de communistische oppositie, die het verdrag neo-conservatief en militaristisch vonden.